Overslaan en naar de inhoud gaan

Laatst bijgewerkt: december 2018

 

Noordzeegarnalen en steurgarnalen vinden goed hun weg naar het bord van de Belgische en Franse consument, zelfs al zijn ze qua verhandeld volume ingehaald door (sub)tropische gamba’s en scampi. Zie gamba’s en scampi.

 

Wanneer de verschillende garnalensoorten geordend worden volgens hun verhandelde volumes in België levert dit onderstaande lijst op:
Crangon crangon, de Noordzeegarnaal wordt gevangen langs de Noordzeekusten en in mindere mate in het Engels Kanaal. Van nature grijs gekleurd, maar indien gekookt roze-bruin;
Pandalus borealis, de Noorse garnaal opgevist in Arctische wateren; in de winter ook in de diepere wateren van de Noordzee. Deze garnaal is van nature felroze gekleurd;
Pandalus montagui, de kleinere ringsprietgarnaal wordt in geringe mate commercieel bevist in het Verenigd Koninkrijk;
Palaemon serratus, de gezaagde steurgarnaal wordt commercieel bevist langs de Franse Atlantische kust, in het Verenigd Koninkrijk en Ierland

 

Noordzeegarnalen opgevist door de Vlaamse kustvisserij, worden dagvers aangeland en zijn volgens de traditionele manier gekookt (met extra zout in het kookwater).

 

 

Garnalen opgevist

Geen enkele van deze garnalensoorten wordt gekweekt. Allen worden ze in het wild bevist.

 

De Noordzeegarnaal Crangon crangon wordt hoofdzakelijk in de Noordzee gevangen door Duitse, Nederlandse en Deense vissers. Deze drie landen samen zijn verantwoordelijk voor zowat 95% van de Europese aanvoer van Noordzeegarnaal die in totaal 36 677 ton bedroeg in 2015. Garnaalschepen onder Belgische vlag landen jaarlijks tussen 670 en 1 200 ton garnaal aan (2011-2016). Meer dan de helft hiervan wordt rechtstreeks in Nederlandse vismijnen aangeland waar een grote garnaalverwerkende industrie gehuisvest is. Op zee vist men op Noordzeegarnaal vooral met behulp van garnaalboomkornetten en bordennetten.  Op het strand gebruiken vissers kruinetten (te voet, te paard of met tractoren). In België schat men dat de vangsten door recreatieve vissers (op zee en strand) meer dan 10% bedragen van deze door de professionele garnaalvisserij. In oktober 2014 werd door wetenschappers aangeraden om een beheerplan in te stellen voor de visserij op Noordzeegarnaal, met als grootse doel de visserijinspanning te verminderen en een maximale duurzame exploitatie te verkrijgen. Eind 2017 verkregen de Nederlandse, Deense en Duitse garnaalvissersvloot – bestaande uit meer dan 400 kotters –het MSC-certificaat.

 

De Noorse garnaal Pandalus borealis leeft in de noordelijke delen van de Atlantische en Stille Oceaan, op dieptes tussen de 20 en 1 300 meter. De soort wordt met bodemsleepnetten bevist. Zowel in het oostelijke als westelijke deel van de Noord-Atlantische Oceaan worden de stocks op een duurzaam niveau bevist. Wetenschappers raden de vissers wel aan om de visserijinspanning niet te verhogen en de bijvangsten te verminderen. Sinds februari 2013 is het verplicht om in het Skagerrak een sorteerrooster te gebruiken bij de visserij naar Noorse garnaal. Deze soort wordt in de eerste plaats bevist door de Canadezen. Ook hier hebben de selectiviteitsmaatregelen goede resultaten en daalden de bijvangsten van niet gewenste soorten.

 

De toestand van de bestanden van de gezaagde steurgarnaal Palaemon serratus, die lokaal langs de Franse kust commercieel gevangen wordt, is niet gekend. Diverse beheermaatregels worden lokaal opgelegd voor deze visserijen: seizoensgebonden sluiting (Ierland), specifieke visvergunning nodig (Verenigd Koninkrijk), selectief vistuig (Frankrijk) … In 2016 werd van deze soort 246 ton aangeland door de Franse vloot.

 

 

 

 

Garnalen op rondreis

Een deel van de garnalen die in de Noordzee en noordelijke zeeën gevangen worden, wordt getransporteerd naar Maghreblanden om er gepeld te worden. Daarna keren ze terug naar de Noord-Europese landen om er verpakt en verkocht te worden. Omdat de voedselkilometers en bewaarmiddelen gepaard gaand met deze praktijk steeds meer een punt van discussie vormen bij duurzame en bewuste consumenten, wordt steeds meer ingezet op lokaal pellen met garnaalpelmachines en sociale tewerkstellingsprojecten. Maar deze lokaal gepelde Noordzeegarnaal blijft momenteel nog steeds een niche-product. Probeer bij de aankoop van gepelde garnalen steeds te achterhalen welk traject ze afgelegd hebben en geef de voorkeur aan deze garnalen die verhandeld werden volgens een korte distributieketen.

 

De honger van de Belgen naar Noordzeegarnaal is vele malen hoger dan wat de Belgische garnaalvissers aanvoeren. In 2016 werd nog eens 2 878 ton Noordzeegarnaal ingevoerd uit Nederland. Van de minder populaire Noorse garnaal werd 553 ton Pandalus borealis geïmporteerd, voornamelijk uit Nederland en Frankrijk.

 

TE ONTHOUDEN

  • De bestanden van Noorse garnaal worden op een duurzaam niveau bevist. De aankoop van deze soort kan aanbevolen worden.
  • De Deense, Duitse en Nederlandse visserij op Noordzeegarnaal in de Noordzee – goed voor 95% van de Europese productie – is recent MSC-gecertificeerd en de consumptie ervan kan worden aangeraden.
  • Goede gegevens ontbreken voor het bepalen van de toestand van Palaemon serratus. Met mate te consumeren.
  • Elf visserijen van steurgarnalen uit noordelijke wateren (Pandalus borealis, P. montagui en P. jordani) beschikken over een MSC-attest, waarvan drie in Canada, twee in Noorwegen en telkens één respectievelijk in de Faeröer, Estland, Groenland, Denemarken, Zweden en Verenigde Staten (Oregon).

WEETJES

Garnaalvisserij en milieu

Op wereldschaal varieert het duurzaamheidskarakter van de garnaalvisserij enorm, afhankelijk van de gebruikte methodes.

 

De Noorse garnaal wordt in de noordelijke wateren met een bodemsleepnet gevangen. Aan de Franse kust vist men op ‘bouquets’ met potten en op Noordzeegarnalen met bodemsleepnetten. In de Noordzee overheerst dan weer de garnaalboomkor. Deze is uitgerust met een fijnmazig sleepnet (gestrekte maaswijdte van 22 mm in de kuil van het net) waardoor deze visserij gepaard gaat met een grote bijvangst van te kleine garnalen en juveniele vissen. De kustzone waar men meestal op Noordzeegarnaal vist, is immers een belangrijke kinderkamer en voedingsplaats voor jonge vissen.

 

Om de bijvangst te beperken stelt een Europese regelgeving dat garnaalvissers in de kustwateren moeten uitgerust zijn met selectief vistuig. Zo krijgen vissen de kans te ontsnappen en wordt de bijvangst beperkt tot 35% van het vangsttotaal. De zogenaamde ‘zeeflappen’ moeten in de Waddenzee het ganse jaar door gebruikt worden, in de Noordzee en Franse kustwateren enkel tussen 1 december en 1 mei. Ook de garnaalpulskor zorgt voor een aanzienlijk lagere teruggooi van te kleine onvermarktbare garnaal (-35%), alsook van benthos en vis (-75%).