Laatst bijgewerkt: Juli 2025
ICONEN BIJ DE SOORTENFICHES
![]() |
VISSERIJ- OF KWEEKZONES - Noord-Atlantische Oceaan - Oostelijk Engels Kanaal - Middellandse Zee
| ![]() | VISSERIJTECHNIEKEN - Kooi Treknet Lijn
| ![]() | KWEEKTECHNIEKEN - Drijvende kooien in zee - Kweekbassins op land
|
VISPRODUCTEN
Welke informatie in deze gids?
Deze gids is gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke informatie, over drie belangrijke criteria:
• de toestand van de bestanden voor de meest commerciële vissoorten.
• de vistechnieken en hun impact op het milieu.
• de grootte bij geslachtsrijpheid.
Toestand van de bestanden
Deze gids schetst een beeld van de toestand van de bestanden van vis, schaal- en schelpdieren op basis van wetenschappelijke gegevens. Het is de bedoeling om consumenten van visserijproducten bewust te maken van de kwetsbaarheid van de belangrijkste commerciële soorten en hun aankopen te oriënteren in de richting van minder bedreigde soorten of bestanden.
De status van een visstock is een dynamisch gegeven waar veel factoren invloed op hebben. Hoewel de ernst van de visserijimpact op bepaalde soorten en stocks buiten kijf staat –zoals bij de kabeljauw in Canada bijvoorbeeld – zijn ook andere parameters rechtstreeks van belang op de toestand van de mariene fauna. Elke soort die in dit boek beschreven staat, heeft in het wild meerdere stocks (ook wel bestanden genoemd), waarvan de status onderling sterk kan verschillen. De belangrijkste bestanden worden in deze publicatie beschreven in de mate waarin ze door de wetenschap gekend zijn. Hou bij het aankopen dus niet enkel rekening met de keuze van een vissoort, maar neem ook de status van het bestand van deze soort in beschouwing.
Vistechnieken
Voor elk van de besproken soorten worden de meest gebruikte vistechnieken vermeld. De impact van deze vistuigen op het milieu en het mariene ecosysteem wordt achteraan deze gids beknopt besproken.
Grootte van het dier
Elke stock is opgebouwd uit verschillende leeftijds- en grootteklassen. Deze variatie in leeftijdsstructuur is belangrijk voor het evenwicht van een bestand. De aankoop van dieren die een geslachtsrijpe grootte hebben kunnen bereiken, is het meest duurzaam verantwoord. Voor de soorten waarvoor deze informatie beschikbaar is, vermelden we in de gids de lengte en/of gewicht bij geslachtsrijpheid (d.w.z. de grootte waarop 50% van de individuen in staat is om zich voort te planten). Binnen eenzelfde soort kan deze maat variëren van de ene geografische zone tot de andere. In een aantal gevallen ligt de wettelijke commerciële maat echter lager dan de grootte bij geslachtsrijpheid (zie tabel met commerciële maten en maten bij eerste geslachtsrijpheid). Het is belangrijk om de voorkeur te geven aan exemplaren die reeds de kans hebben gehad zich voort te planten. Dit is vooral belangrijk wanneer een bestand zich in verzwakte toestand bevindt. Als je verwerkte producten aankoopt (bv. fish sticks of bevroren blokken) loont het de moeite om dit soort informatie na te vragen hogerop in de bevoorradingsketen.

Beheermaatregelen
De belangrijkste instrumenten waarover het visserijbeheer beschikt, worden in deze gids uiteengezet. Dit werk heeft echter niet als doel om hun efficiëntie te analyseren.
Seizoenskalender
Viskalenders zijn er om consumenten aan te wijzen wanneer welke vis het best gegeten wordt. Er zijn verschillende types van deze kalenders in omloop. Zo zijn er veel die vis enkel aanprijzen in een bepaalde maand of seizoen omdat dan de aanvoer het hoogst is (en de prijs laag). In veel gevallen valt deze periode ook samen met de paaiperiode, wanneer de vissen massaal samenkomen op de paaigronden en gemakkelijk in groten getale gevangen worden. Maar veel kwetsbare soorten vormen tijdens de paaiperiode zeer hoge concentraties, wat hen extra kwetsbaar maakt voor visserijactiviteiten. In dat geval wordt er op dat moment beter niet op gevist. Dit is momenteel bijvoorbeeld het geval voor zeebaars: de sleepnetvisserij op grote groepen paaiende zeebaarzen veroorzaakt een te hoge visserijsterfte, die zeer zwaar doorweegt op de populatie. Bovendien geldt voor heel wat soorten dat het visvlees tijdens de paaiperiode van inferieure kwaliteit is (vb. tong en andere platvissen: slap vlees, kuitdragende vrouwtjes worden minder geapprecieerd door de klant). Dit leidt tot een lagere economische valorisatie van het aangelande product en een verspilling door verlies van grondstoffen in de keuken.
Tenslotte waarschuwen economen ervoor dat bij het vissen op groepen paaiende vissen slechts enkele actoren de economische winst opstrijken, ook al verdedigen sommigen deze visserij door te schermen met een hoge brandstofefficiëntie (hoge vangsten per eenheid brandstof verbruikt). Daarenboven leidt de aanvoer van hoge aantallen over een korte periode tot een lage prijsvorming op de markt en dus tot een slechte waardering van het product. Algemeen geldt dat vissen tijdens de paaiperiode met de nodige voorzichtigheid moet overwogen worden, maar vermeden moet worden in het geval een bestand verzwakt is.
AQUACULTUUR
Uitdagingen van een snelgroeiende sector

Hoewel aquacultuur een veelbelovende sector voor menselijke voeding lijkt te zijn, blijft het een feit dat ze nog voor veel uitdagingen staat. Aquacultuur zal in de toekomst een steeds belangrijkere rol gaan spelen, maar er moeten veel parameters in overweging worden genomen om deze sector deel te laten uitmaken van een duurzame beweging op ecologisch, economisch en sociaal vlak. Aquacultuur is momenteel de snelst groeiende voedselproductiesector. Deze sector is momenteel goed voor 57% van alle aquatische soorten die wereldwijd worden verhandeld voor menselijke consumptie. In deze gids wordt een beeld geschetst van de belangrijkste gekweekte soorten die aangeboden worden op onze markt. De productiepraktijken verschillen echter sterk van bedrijf tot bedrijf, en van streek tot streek. Het is binnen het kader van deze gids niet mogelijk om deze alle individueel te beoordelen.
Aanbevelingen voor duurzame levering
Voor visproducten
Bij voorkeur: bestanden uit de volgende situaties:
Het bestand wordt als duurzaam beschouwd (de biomassa wordt niet aangetast en het bestand wordt niet overbevist).
De impact van hun vangsten op het milieu (bijvangst, impact van de visserijmethode op ecosystemen) worden verminderd en gecontroleerd.
Met mate: bestanden uit één (of meer) van de volgende situaties:
De biomassa is in goede staat, maar het bestand is enigszins overbevist.
De biomassa is in goede staat en het bestand is niet overbevist, maar de beheersmaatregelen zijn zwak en/of de vangstbeperkingen** en de werkelijke vangsten zijn hoger dan de wetenschappelijke aanbevelingen.
De voorraad is in goede staat, maar het afkeuringspercentage is hoog.
De voorraad is in goede staat, maar de laatste wetenschappelijke evaluatie dateert van meer dan 5 jaar geleden.
De voorraad wordt als in goede staat beoordeeld, maar er blijven belangrijke onzekerheden bestaan over de betrouwbaarheid van de evaluatie.
Het bestand is bezig met wederopbouw: het is niet overbevist. Het bestand is in goede staat, maar de visserij resulteert in aanzienlijke vangsten van andere soorten (bijvangst) waarvan de bestanden in slechte staat verkeren of zelfs zijn ingestort.
De voorraad wordt momenteel hersteld: het is niet overbevist onder de MDO (Maximale Duurzame Opbrengst) maar de populatie (biomassa) ligt iets onder het duurzame niveau (verschil <= 10% van MDO).
De referentiestatus van de biomassa bij MDO is onbekend en de voorraad is niet overbevist (visserijdruk lager dan MDO).
De biomassa is hoger dan het duurzame niveau, maar de referentietoestand van de visserijdruk op het MDO is onbekend.
Er is een gebrek aan wetenschappelijke gegevens over het bestand (gebrek aan MDO-referentiepunt), maar de biomassa is over het algemeen toegenomen sinds het bestand wetenschappelijk is gecontroleerd.
Wetenschappelijke gegevens ontbreken of het bestand wordt niet beoordeeld.
Met extra voorzichtigheid: bestanden afkomstig uit één (of meer) van de volgende situaties:
Het bestand wordt geacht in goede staat te verkeren of is slecht gekend, maar de soort is bijzonder kwetsbaar voor visserijactiviteiten (late volwassenheid, trage voortplanting).
Te vermijden: bestanden afkomstig uit één (of meer) van de volgende situaties:
De populatie (biomassa) wordt aangetast en het bestand wordt overbevist (visserijdruk boven MDO).
Het bestand is niet overbevist (visserijdruk onder MDO) maar de populatie (biomassa) ligt ruim onder het houdbare niveau (verslechterd).
Wetenschappelijke gegevens ontbreken (gebrek aan MDO-referentiepunten) en de populatie (biomassa) neemt af.
Wetenschappelijke gegevens ontbreken en gerichte visserij wordt afgeraden
Het bestand is ingestort (biomassa onder de instortingsdrempel (biologische grens)).
De voorraad staat voor een aanzienlijk ecologisch onevenwicht.
Voor aquacultuurproducten
Aangezien praktijken verschillen per kwekerij, kunnen we enkel aanbevelen om u te informeren bij uw leverancier over de kweekomstandigheden, waarbij u de voorkeur geeft aan gelabelde producten (bijvoorbeeld biologische kweek).

In het geval van roggen en haaien
Te verkiezen: voorraden in goede staat en met volledige wetenschappelijke beoordeling (niet gedegradeerd en niet overbevist).
Met mate consumeren: voorraden die globaal als in opkomst worden geschat, maar waarvoor gegevens ontbreken om een volledige wetenschappelijke beoordeling mogelijk te maken.
Zeer met mate consumeren: voorraden die globaal licht in opkomst worden geschat, maar waarvoor gegevens ontbreken om een volledige wetenschappelijke beoordeling mogelijk te maken.
Te vermijden: alle andere voorraden (inclusief niet beoordeelde voorraden en voorraden van “bedreigde” soorten (op de rode lijst van de IUCN)).
Informatiebron
De informatie over de status van de bestanden van soorten is afkomstig uit studies die werden gepubliceerd door gerenommeerde onderzoeksinstellingen, verantwoordelijk voor het mee in kaart brengen van visbestanden wereldwijd. Voor de Noord-Atlantische soorten zijn de gegevens afkomstig van ICES, de ‘International Council for the Exploration of the Sea’. Ook het Franse mariene onderzoeksinstituut Ifremer (Institut français de recherche pour l’exploitation de la mer) en het Vlaamse ILVO (Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek) werden geraadpleegd. De wereldwijde evaluatie van mariene hulpbronnen door de wereldvoedselorganisatie FAO is eveneens een referentiepunt. Het Franse Institut de Recherche pour le Développement (IRD), het Muséum National d’Histoire Naturelle (MNHN), het Centre de Coopération International en Recherche Agronomique pour le Développement (CIRAD), alsook het Comité Interprofessionnel des Produits de l’Aquaculture (CIPA) gaven input voor specifieke soorten. Een lijst van geraadpleegde bronnen wordt achteraan weergegeven
Ecologische performantie
In deze Vis- en Zeevruchtengids wordt vooral ingegaan op de status van de bestanden, zodat men bij de aankoop van soorten kan kiezen uit bestanden die niet in hun voortbestaan bedreigd zijn, en waarbij bestanden die bedreigd zijn met rust worden gelaten. In deze gids wordt verder niet ingegaan op de ecologische voetafdruk van de productiemethode, het transport en de valorisatie (verwerking, verpakking, enz.) van visserij- en aquacultuurproducten, omdat goede gegevens en meetinstrumenten alsnog ontbreken. In de toekomst zal de milieuperformantie van vis en zeevruchten steunen op een geheel van criteria (en niet enkel ecologische), die met behulp van gesofisticeerde instrumenten en op basis van rijkere gegevens worden bepaald. Idealiter zal voor elke product op de markt een complete levenscyclusanalyse beschikbaar zijn, waar een milieu-impactanalyse van zowel de oorsprong, de productietechniek en alle stappen in de verwerking en distributie in rekening worden gebracht. Het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) heeft een gedetailleerde evaluatiemethode ontwikkeld om de ecologische, sociale en economische duurzaamheid van de in België aangelande vis te beoordelen (VALDUVIS). Idem gebeurt in Frankrijk door IRD-INRA.
In het geval van diepzeesoorten
De meeste voorraden moeten vermeden worden. In het geval van voorraden die als “in goede staat” zijnde worden geschat, moeten deze soorten zeer met mate geconsumeerd worden vanwege de gebruikte vistechnieken, die kwetsbare ecosystemen kunnen aantasten en/of bijvangst van kwetsbare soorten kunnen veroorzaken.