Laatst bijgewerkt: Juli 2025

De zee blijkt niet onuitputtelijk. Kwetsbare mariene ecosystemen staan onder grote druk door veranderingen in het milieu en de visserij. Bij een te intensieve visserij komt het vermogen van soorten om telkens opnieuw aan te groeien onder druk te staan, waardoor de bestanden in gevaar komen. Ondertussen weten we al dat verschillende populaties van mariene soorten volledig ingestort zijn door een te sterke exploitatie door de mens (vb. kabeljauw in Newfoundland, Atlantische dorie in de Noordoost-Atlantische Oceaan).
De afgelopen 15 jaar hebben spelers binnen de sector op Europees niveau aanzienlijke veranderingen teweeggebracht met het oog op de verduurzaming van visserijpraktijken en bevoorrading. Bovendien werden er ambitieuze hervormingen doorgevoerd in het kader van het gemeenschappelijk
Europees visserijbeleid (GVB), met als doel het milieu te bevorderen. Het jaar 2020 was vastgesteld als streefdoel om alle Europese visbestanden op een duurzaam niveau te exploiteren (GVB-doelstelling) en om een goede ecologische toestand van het mariene milieu te bereiken (MSFD-doelstelling = Marine Strategy Framework Directive*). Helaas zijn deze doelstellingen niet behaald in de Atlantische Oceaan, noch in de Middellandse Zee. In de noordoostelijke Atlantische Oceaan wordt momenteel nog steeds 30% van de bestanden overbevist, en het mariene ecosysteem heeft nog geen volledig ecologisch evenwicht bereikt. Sinds begin jaren 2000 neemt het aandeel overbeviste bestanden in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan weliswaar langzaam maar gestaag af. In het jaar 2020 en 2021werd zelfs een significantere afname vastgesteld als gevolg van de Covid-crisis, die heeft geleid tot aanzienlijk verminderde visserijdruk.
In schril contrast hiermee blijft de visserijdruk in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee zeer hoog, met een niveau dat tot tweemaal groter is dan de maximale exploitatiegraad die vereist is voor duurzaam beheer. 61% van de wetenschappelijk beoordeelde bestanden in dit gebied zijn overbevist, en het merendeel van de bestanden worden zelfs niet aan een beoordeling onderworpen. De Middellandse Zee en de Zwarte Zee behoren zo tot de meest overbeviste visserijzones ter wereld.
Op mondiaal niveau blijven zich talrijke uitdagingen voordoen met betrekking tot de visserijsector. Uit statistieken blijkt dat 37.7% van de visbestanden worden overbevist. Tevens blijven visserijtechnieken die een aanzienlijke impact hebben op ecosystemen aanwezig. Bovendien persisteert het voortbestaan van illegale visserijpraktijken. Als gevolg hiervan blijft een actieve inzet voor het behoud van mariene biodiversiteit en duurzame exploitatie van visbestanden noodzakelijk. Dit komt niet alleen ten goede aan het milieu, maar heeft tevens positieve implicaties voor degenen die afhankelijk zijn van de visserij voor hun levensonderhoud.
Ondertussen blijven vis- en schaaldieren populair bij de consument. Gedurende de afgelopen drie decennia zijn de gunstige effecten van hun consumptie op de gezondheid aanzienlijk gepromoot. Dit heeft geresulteerd in een aanzienlijke toename van de wereldwijde productie, die is gestegen van 40,5 miljoen ton in de jaren zestig tot meer dan 180 miljoen ton vandaag de dag. Hoe kunnen we tegemoetkomen aan de sterke vraag naar hoogwaardige aquatische eiwitten en tegelijkertijd de visfauna behoeden en duurzame praktijken aanmoedigen? Welke soorten moeten we best kiezen?

WETENSCHAPPELIJKE GEGEVENS
De onderwaterwereld heeft – zelfs voor de vissers die er dagelijks mee in contact komen – nog lang niet alle geheimen prijsgegeven: Wat is de impact van de verschillende visserijtechnieken op het mariene ecosysteem? Welk effect heeft het vangen van grote hoeveelheden jonge vis op een visbestand? En wat gebeurt er als we net de grootste, oudste vissen viseren? De wetenschappelijke kennis van veel soorten en bestanden is vaak nog relatief beperkt. Er is geen absolute zekerheid over de exacte status van elke visbestand. Ook is het zo dat onderzoek een voortdurend proces blijft van
zoeken naar betere meet- en interpretatietechnieken: worden de stalen wel op de juiste plaatsen genomen? Zijn ze representatief genoeg? Moeten we meer inzetten op het merken van vissen dan ons te baseren op vangstgegevens? Toch zijn er voor heel wat visbestanden wel al goede, objectieve gegevens beschikbaar. Al meer dan 50 jaar observeren, berekenen, meten en analyseren wetenschappers (mariene biologen, visserijdeskundigen en statistici) de ontwikkelingen in de visserij en visbestanden. Ze bestuderen vooral soorten met een hoge marktwaarde, en soorten die aan vangstbeperkingen onderhevig zijn. Met een blik op het heden en het verleden, richten ze zich met enige voorzichtigheid op de toekomst. Dit leidt dan tot een objectief, wetenschappelijk gefundeerd advies over de vangstmogelijkheden voor de verschillende bestanden van een soort. De finale beslissing over de effectieve Totaal Toegestane Vangsten (TTV, of in het Engels TAC) – en de quotaverdeling tussen landen ligt echter bij het beleid en de politici.
